Overzicht eisen schepen

Item Inhoud
Uittreksel van de eisen per scheepstype Amsterdamse rondvaartboten (BVR bijlage 3.3)
Bunkerstations (BVR bijlage 3.8)
Open rondvaartboten (BVR bijlage 3.4)
Passagiersschepen (B2 hoofdstuk 15)
Patrouillevaartuigen (BVR bijlage 3.9)
Pleziervaartuigen (B2 hoofdstuk 21)
Pleziervaartuigen met CE keur (B2 hoofdstuk 21)
Veerboten (BVR bijlage 3.7)
Veerponten (BVR bijlage 3.6)
Zeeschepen (ROSR hoofdstuk 20)
Zeilende passagiersschepen (B2 hoofdstuk 15a)
Pleziervaartuigen. Hoofstuk 21 van het ROSR en Bijlage II bij de richtlijn 2006/87/EG De eisen voor pleziervaartuigen.
Opmerking: volgens de wet pleziervaartuigen moeten voor de handel gebouwde pleziervaartuigen met een romplengte van minimaal 2,5 meter en maximaal 24 meter vanaf 1 januari 1997 voorzien zijn van een CE markering. Hierop zijn veel uitzonderingen.
De eisen voor deze CE markering zijn uitgewerkt in richtlijn 94-25-EG, deze richtlijn is aangepast door richtlijn 2003-44-EG. De aanpasingen zijn in deze versie door mij verwerkt.
ADN 7.1.2.19.1 uitgewerkt ADN 7.1.2.19.1 Deel konvooi uitgewerkt.
ADN 7.2.2.19.3 uitgewerkt ADN 7.2.2.19.3 Duwboten achter tankduwbakken uitgewerkt.
Uittreksel ADN voor tankschepen type N Uittreksel voor de tankschepen type N
De verschillen tussen N-vlamkerend, N-open, bunker- en bilgeboten en de overgangsbepalingen zijn in de tekst verwerkt.